2 december is al mijn hele leven een beladen dag geweest.
Het is de sterfdag van mijn oudste broertje, die de dag ervoor gezond ter wereld was gekomen. Althans, dat vertelden de artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis, maar na een bevalling die maar liefst 4 dagen en nachten duurde, kwam hij blauw aangelopen ter wereld; zuurstofgebrek doordat hij te lang in het geboortekanaal had vastgezeten. Hij werd direct weggehaald bij mijn moeder, die hem nooit heeft mogen zien, laat staan heeft mogen vasthouden. Mijn vader heeft hem na lang aandringen wel gezien, er was volgens de artsen niets bijzonders aan de hand, hij moest gewoon even bijkomen van de langdurende geboorte. Mijn vader werd gefeliciteerd met een kerngezonde zoon, en mocht geboortekaartjes laten maken en aangifte gaan doen bij de gemeente.
De volgende dag is hij overleden. Hij is begraven, maar zijn grafje is al vele jaren geleden geruimd.
Mijn moeder is nooit over dit verdriet heen gekomen. Elk jaar rond deze tijd was ze ziek, ziek van het verdriet. Toen precies 6 jaar later mijn oom kwam vertellen dat hij vader was geworden van een gezonde zoon, en uitstraalde dat hij er niet blij mee was (want de zwangerschap was niet gepland), werd mijn moeder furieus.
Drie jaar en 1 week later werd de 2e zoon van deze oom geboren, en hun verjaardagen vierden we altijd tegelijkertijd, ergens rond Sinterklaas. Een beladen tijd van het jaar, elk jaar weer.
Vandaag zou dus mijn neef jarig zijn, hij was 3 maanden jonger dan ik, maar helaas pleegde hij 21 jaar geleden zelfmoord. Twee december is een beladen dag.
Mijn moeder vond 1 kind "maar een hachelijk bezit". Dit zijn haar woorden, die ik ontelbaar vele malen heb gehoord. Mijn 2e broertje werd geboren, en was gezond. Er volgde een miskraam en mijn vader vond het wel goed, liever 1 kind en zijn vrouw, dan een 2e kind erbij en mogelijk zijn vrouw verliezen tijdens de bevalling. Maar mijn moeder dacht daar anders over, er moest een "reservekind" komen, zodat, als er iets zou gebeuren met mijn broer, ze "er nog eentje had". Het zijn haar woorden, niet die van mij, maar dit is wat ik 40 jaar lang te horen kreeg. En toen, voor het eerst in mijn hele leven, ging ik tegen haar in. Nou ja, ik zei dat ik het niet leuk vond dat ze iets had gezegd op de 11e verjaardag van mijn dochter, ze was vrij om te vinden wat ze vond, maar ik verzocht haar om in het vervolg haar mening dan voor zich te houden en niet uit te spreken, als ze te gast was in ons huis.
En daarmee ging de deur op slot, mijn ouders verbraken het contact met mij, voorgoed. Want ik mocht niet tegen mijn moeder ingaan, ik moest haar dankbaar zijn dat ik bestond, en moest netjes op mijn reservebankje blijven zitten, in afwachting of er een moment zou komen dat mijn broer zou wegvallen, en ik zijn plaats moest gaan innemen. Een aantal jaren daarvoor was hij ernstig ziek, het was erop of eronder, en opeens kreeg ik te horen dat ik nu in beeld zou kunnen komen. Wat? Je zoon ligt op sterven (hij overleefde gelukkig), en je doet dit soort uitspraken? Ik heb nooit iets hiervan begrepen, hoe kun je je kind een nummer geven, op de wereld zetten als reserve? Mijn moeder sprak altijd over "de eerste", hij had wel een naam gekregen, maar hun 2e zoon kreeg exact dezelfde namen, zelfs in dezelfde volgorde. Ook iets wat mijn broer en ik nooit hebben begrepen, had dan toch op z'n minst de volgorde van de namen gewijzigd, maar nee, vernoemen was blijkbaar heilig, zelfs de volgorde waarin.
Tja, ik ben geboren in het ziekenhuis, en als kind was ik ervan overtuigd dat ik moest zijn verwisseld met een andere baby, want hoe kon ik kind zijn van deze ouders, die zo totaal maar dan ook totaal anders waren dan ik?!
Als ik nu in de spiegel kijk, zie ik veel van mijn moeders gezicht terug, alleen zonder de kille blik en de harde contouren, gelukkig heb ik die niet.
Mijn moeder is inmiddels al bijna 5 jaar geleden overleden, een afscheid is er nooit geweest, ik ontving de rouwkaart een aantal weken na de begrafenis (op de rouwkaart stond mijn vaders naam "en de kinderen", mijn broer en ik dus?! Ik wist van niets). Mijn vader leeft nog en woont nog zelfstandig, 91 jaar oud, en ik heb een aantal malen geprobeerd om op de 1 of andere manier contact te hebben, maar dat weigert hij pertinent. Dat is triest, maar ik heb het te accepteren.
Zal hij vandaag terugdenken aan 62 jaar geleden, de dag dat zijn eerste zoon kwam te overlijden, en het grote verdriet dat dit bij hem en vooral zijn vrouw heeft gebracht? Ik zou hem dan zo graag even troosten, een hand op zijn schouder leggen, maar dat mag niet zo zijn. En ook dat moet ik accepteren.
2 december is voor mij de meest beladen dag van het jaar. Hij is gelukkig bijna voorbij, morgen gaan we weer verder met het leven, en, misschien wel juist door al het verdriet dat deze dag elk jaar weer met zich mee bracht, vier ik het leven zoveel ik kan. Ik heb veel om dankbaar voor te zijn, mijn grootste geluk is mijn dochter. Nee, zij is niet mijn bezit, laat staan een hachelijk bezit. Mijn moeder maakte mij grote verwijten toen het duidelijk werd dat Sanne ons enige kind zou blijven, want kijk eens wat zij er allemaal voor over had gehad?! Ik had helemaal geen keuze, en ik had er alles voor over gehad om meer kinderen te mogen krijgen, maar al zou ik nog 10 kinderen hebben gekregen, zou het verlies van 1 van hen nooit en te nimmer kunnen zijn gecompenseerd door een ander kind, want elk kind is uniek, en het verlies van een kind lijkt mij het ergste om te moeten mee maken. Ik hoop dat ik nooit zal hoeven weten, hoe dat voelt. Ik begrijp dat mijn moeder enorm veel verdriet had, ik begrijp niet hoe zij kon denken dat het ene kind het andere zou kunnen vervangen.